Klimaatrechtvaardigheid: begrijp eerst wat onrecht is

We delen niet alleen onze grote bevindingen, maar ook tussentijdse updates over de voortgang van onze onderzoeksprojecten. Deze update is onderdeel van het dossier Mobiliseer.
Een rechtvaardige energietransitie is eerlijker én effectiever. Verschillende onderzoeken laten zien dat mensen klimaatbeleid eerder steunen als het rechtvaardig is. Maar wat ís klimaatrechtvaardigheid eigenlijk? Dat bespraken we met Shivant Jhagroe, die hier als wetenschapper al jaren onderzoek naar doet.
Als universitair docent aan de Leiden Universiteit doet Shivant Jhagroe onderzoek op het gebied van duurzaamheid, beleid en ongelijkheid. Ook is hij auteur van het boek Voorbij duurzaamheid: Op weg naar een ecorechtvaardige samenleving. Hij begint vaak niet met de vraag wat klimaatrechtvaardigheid is, maar wat klimaatonrecht is.
Klimaatonrecht kan je volgens hem namelijk heel precies aanwijzen: ‘Dat sommige mensen op de wereld veel harder worden geraakt door de gevolgen van de klimaatcrisis dan andere mensen op de wereld.’
Bijvoorbeeld doordat hun oogsten mislukken vanwege overstromingen of extreme droogtes. ‘Er zijn bij wijze van spreken gewoon namen, rugnummers en adressen waar dit gebeurt, en daarnaast kun je heel duidelijk aangeven wie daar, historisch gezien, verantwoordelijk voor zijn.’
Zo gaf het Internationaal Strafhof deze zomer in een historische uitspraak aan dat rijke landen meer verantwoordelijkheden hebben in het tegengaan van de klimaatcrisis en het voortouw hierin moeten nemen, omdat zij het overgrote deel van de uitstoot van broeikasgassen hebben veroorzaakt. ‘En armere landen, die veelal gekoloniseerd zijn geweest door de landen die grotendeels verantwoordelijk zijn voor de klimaatcrisis, worden harder geraakt doordat zij niet over genoeg middelen beschikken om zich te wapenen tegen klimaatverandering.’
Betonnen jungle
Klimaatrechtvaardigheid begint volgens Jhagroe dus bij klimaatonrecht. Je kan volgens hem duidelijk in kaart brengen welke landen het hardst worden geraakt door de klimaatcrisis en welke landen niet. Welke landen de meeste middelen hebben om zich te weren tegen de gevolgen van de klimaatcrisis en welke landen de minste middelen hebben.
Maar ook op lokaal niveau kun je spreken van klimaatonrecht. Bepaalde buurten of bepaalde bevolkingsgroepen zoals ouderen, worden harder geraakt door de klimaatopwarming. Jhagroe: ‘In de armste buurten is er vaak sprake van een betonnen jungle: er is weinig groen en daardoor weinig verkoeling. De temperaturen kunnen in de zomer op die plekken gemiddeld een paar graden hoger liggen dan in wijken waar veel meer bomen zijn.’
Klimaatrechtvaardigheid is volgens Jhagroe daarom een vervolgvraag: we moeten eerst klimaatonrecht begrijpen en in kaart brengen, en vervolgens kunnen we de vraag stellen wat de verantwoordelijke instanties, beleidsmakers en organisaties moeten doen om dat onrecht tegen te gaan.
Stemmen van niet-mensen en ecosystemen
Als je in beeld hebt waar het klimaatonrecht zich afspeelt, hoe kom je dan tot klimaatrechtvaardige oplossingen? Jhagroe ziet dat in beleids- en bestuursonderzoek vragen rond rechtvaardigheid steeds belangrijker worden. Dat komt volgens Jhagroe doordat ook professionals en overheden zich steeds meer bezighouden met hoe we de opwarming van de aarde tegen kunnen gaan op een eerlijke manier.
Toch is de focus naar hoe klimaatbeleid eerlijk en rechtvaardig kan zijn, nog relatief nieuw, vertelt Jhagroe. ‘In Nederland zie je dat er in de afgelopen tien jaar steeds vaker wordt gevraagd wat een eerlijke energietransitie is en wat een eerlijk klimaatbeleid is. Maar telkens wel vanuit een economisch oogpunt.’ Vragen als: hoe zijn de kosten en baten verdeeld? Wie moet er financieel het meest bijdragen? Wie verliest er financieel aan? Vragen die volgens Jhagroe niet onbelangrijk zijn, maar wel een beperkte kijk op de kwestie geven.
‘Wat mij betreft gaat klimaatrechtvaardigheid veel verder. Het gaat niet alleen over de financiële verdeelvraag, maar ook over wie er mag meebeslissen over beleid en wie mag er meebeslissen over wat de problemen zijn. Wie wordt gezien als legitieme partij daarin? Zijn dat vooral experts en beleidsmakers die mee mogen beslissen of worden ook andere mensen erkend? Worden ook niet-mensen en ecosystemen gezien als legitieme stemmen?’
Er wordt vaak gezegd dat een beter klimaat bij jezelf begint, maar de klimaatcatastrofe is op een heel oneerlijke manier tot stand gekomen.
En die vragen worden volgens Jhagroe vaak niet gesteld. Zo wordt er niet of nauwelijks gekeken naar het perspectief van de Noordzee en van het onderwaterleven als er windturbines worden gebouwd op zee. Dat betekent volgens hem niet dat er geen windturbines meer moeten komen, maar dat het meenemen van verschillende stemmen een belangrijk onderdeel is van klimaatrechtvaardigheid.
Niet ieders verantwoordelijkheid
Daarnaast ziet Jhagroe dat het tegengaan van de klimaatcrisis door beleidsmakers nog te vaak gezien wordt als iets waar iedereen een even groot aandeel in heeft. ‘Er wordt vaak gezegd dat een beter klimaat bij jezelf begint, maar de klimaatcatastrofe is op een heel oneerlijke manier tot stand gekomen. Daar zou je in klimaatbeleid ook rekening mee moeten houden. Niet iedereen is even verantwoordelijk.’
In klimaatbeleid rondom de energietransitie zie je bijvoorbeeld dat iedereen dezelfde opgave heeft: voor 2050 moeten alle huishoudens van het aardgas af zijn. Maar door iedereen daarin gelijk te trekken, ben je juist niet klimaatrechtvaardig bezig. ‘Mensen die het minst bijdragen aan de klimaatcatastrofe worden bijvoorbeeld in de energietransitie gezien als achterblijvers. Dat is natuurlijk wel ironisch.’
Volgens Jhagroe moeten overheden daarom een duidelijke visie hebben over wie er verantwoordelijk is voor de klimaatcrisis en wat de zwaarste schouders zijn die de zwaarste lasten moeten dragen. Beleidsmakers zouden volgens hem daarom rekening moeten houden met die historische verantwoordelijkheden en moeten nadenken over welke sociale groepen je meer of minder moet betrekken bij het maken van beleid, welke taal je daarin letterlijk spreekt, omdat beleidsmakers ook andere talen moeten spreken om andere gemeenschappen te betrekken. “Daar is nog een hele wereld in te winnen.”
Waarom de energietransitie nog niet rechtvaardig is
Zolang de stemmen van verschillende gemeenschappen, niet-mensen en ecosystemen niet worden meegenomen en er geen rekening wordt gehouden met de historische verantwoordelijkheid voor de klimaatcrisis, is het klimaatbeleid volgens Jhagroe niet klimaatrechtvaardig te noemen. Zo bekeken valt er nog een hoop te doen aan het klimaatbeleid rondom de energietransitie – de overgang van het gebruik van fossiele energie (steenkool, aardgas, aardolie) naar energie uit hernieuwbare bronnen zoals zonne- en windenergie.
Zouden we, met die klimaatrechtvaardige blik, namelijk toestaan dat er illegaal balsahout uit de Amazone wordt gekapt voor onze windmolens? Zouden we dan alsnog op deze voet doorgaan met het uitputten van de aarde door mineralen als lithium en kobalt te winnen voor zonnepanelen en accu’s van elektrische auto’s? En zouden we dan accepteren onder welke arbeidsomstandigheden mensen deze mineralen winnen?
Zouden we dan alsnog alleen subsidies beschikbaar maken voor bedrijven en rijke mensen? Jhagroe: ‘Even heel plat gezegd, heb je aan de ene kant de Tesla-rijdende, zonnepaneel-kopende, gegoede burgerij. Die vaak de subsidies weet op te strijken voor dat soort investeringen. En aan de andere kant heb je mensen in slecht-geïsoleerde sociale huurwoningen met schimmel op de muur, die alleen maar bezig zijn met overleven en echt geen tijd hebben om iets te doen aan duurzame energie. En dat is in Nederland gewoon een klimaatkloof, een klassenkloof’.
Subsidies om je huis te verduurzamen, om zonnepanelen aan te schaffen en om een elektrische auto te nemen zijn alleen beschikbaar voor mensen die al een bepaald financieel vermogen hebben en voor mensen die een eigen huis bezitten. Mensen zonder eigen huis en zonder die financiële middelen kunnen daar dus geen gebruik van maken. En wat het nog onrechtvaardiger maakt is dat deze subsidies tot voorkort grotendeels werden betaald via de energiebelasting; maar mensen die geen zonnepanelen hebben en mensen die in slecht-geïsoleerde huizen wonen, betalen via hun energierekening relatief gezien het meest mee aan die subsidies waar ze dus zelf nauwelijks gebruik van kunnen maken.
In ons onderzoek binnen het 2100 dossier houden we ons bezig met de vraag of energiecoöperaties de energietransitie rechtvaardiger kunnen maken. Daarvoor kijken we naar een specifieke energiecoöperatie in Delfshaven, in Rotterdam, die het mogelijk maken voor huurders en mensen zonder eigen dak om zonnepanelen aan te schaffen. Kunnen deze collectieve zonnedaken de energietransitie rechtvaardiger maken? Daarover snel meer.
- Brengt deze update je op ideeën? Heb je feedback op deze focus? Laat het vooral weten aan Tim. Wil je niets missen van het onderzoek? Volg dan de kanalen van Momus of de nieuwsbrief van Tim.
Dit onderzoek is tot stand gekomen met steun van het Journalismfund Europe en ondersteund met mentoring vanuit Transitions.
Eerder schreven we al over ‘taal voor verandering’, de verspreiding van klimaatgedrag en het ‘race-class narrative’, een verhaalstructuur die goed werkt om mensen met verschillende achtergronden te verbinden om samen op te komen voor de belangen die zij delen.
Waardeer je ons onderzoek?
Journalistiek die de macht controleert én oplossingen onderzoekt is keihard nodig. Maar dat kan alleen dankzij (jouw) steun.
Of doneer eenmalig:
Mobiliseer
Een verenigde massa is niet te verslaan. Maar in plaats van verenigd zijn we als mensen juist verdeeld op de belangrijkste thema’s van deze tijd. Daarom start 2100 met de vraag: hoe mobiliseer je mensen achter een gedeeld belang? Het belang dat de massa toch echt met elkaar deelt: een rechtvaardige en effectieve aanpak van de klimaatcrisis.



