‘Ik durfde niet weg te gaan. Misschien had ik dat moeten doen, maar ik kon geen kant op, ik had niets en ik schaamde me voor mijn situatie.’ Floor uit Den Bosch is moeder van een peuter. Ze wil wel haar verhaal vertellen, maar niet onder haar eigen naam. Voor haar omgeving is ze de sterke vrouw die alles aankan. Maar na jaren van psychische mishandeling door haar partner is er weinig van die kracht over. Op een dag besluit Floor toch te vertrekken. ‘Het was heel bedreigend. Hij zei dat hij me dood zou slaan.’ Ze weet niet waar ze heen moet en aan wie ze kan vertellen wat er met haar gebeurt. ‘Je hebt ook geen woonadres meer, je staat nergens ingeschreven.’ De eerste maand slaapt ze bij een vriendin op de bank. Haar kindje van twee kan ze niet meenemen.
In de statistiek over dakloosheid van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) komt Floor niet voor. Terwijl steeds duidelijker wordt dat Floor absoluut geen uitzondering is. Van de dakloze mensen is 31 procent vrouw, en dakloosheid is een veel groter probleem dan gedacht. Zo is meer dan één procent van de bevolking van Amsterdam en Den Haag dak- of thuisloos. Dat zijn in deze steden respectievelijk 11.065 en 6246 mensen.
Dit blijkt uit cijfers van het Kansfonds en de Hogeschool Utrecht die sinds 2023 dakloosheid in kaart brengen met een nieuwe telmethode: Ethos-Light. Deze onderzoeksresultaten brengen een aardverschuiving teweeg in ons beeld van dakloosheid.
‘Stel je voor. Je hebt net je kinderen opgehaald van school. Onderweg naar huis vraag je hoe hun dag was, zoals altijd. Thuis draai je de sleutel in het slot. Maar dan gebeurt er iets vreemds: de sleutel past niet en de deur blijft dicht.’ De 47-jarige Eti vertelt dit voorjaar aan Tweede Kamerleden wat ze meemaakte op de dag dat alles veranderde. ‘Ik wist meteen dat er iets heel erg mis was.’
Samen met meer dan zestig organisaties biedt ze de oproep ‘Open de deur’ aan: geef álle dakloze mensen wettelijk voorrang op een woning. Niet pas als ze volledig vastgelopen zijn, maar juist om dat te voorkomen. ‘Ik voelde spanning, ik wilde zorgvuldig zijn en ik had maar één kans, ik wilde het goed doen en ze laten voelen dat het iedereen kan overkomen, je kunt als vrouw met kinderen ineens dakloos zijn.’
Vier jaar geleden ligt Eti in een scheiding en haar ex vervangt het slot. ‘Ik moet dit mijn kinderen besparen’, is het eerste wat door haar heen gaat als ze voor de dichte deur staat. Ze klopt aan bij de opvang, maar kan daar niet terecht. Voor haar twee zoontjes maakt ze er een leuk verhaal van: ze gaan kamperen. Eti koopt nog diezelfde middag een blauwe driepersoons koepeltent en vertrekt met de meest noodzakelijke inkopen naar de dichtstbijzijnde camping. ‘Ik heb totaal verdoofd de haringen in de grond geslagen. Ik deed wat ik moest doen, in de overlevingsstand, niet te veel voelen. De volgende dag heb ik in de tent boterhammen gesmeerd en daarna de kinderen naar school gebracht.’ Zelf gaat ze naar haar werk. Alsof er niets veranderd is. Maar haar leven staat op de kop. ‘Je gaat echt van Prada naar nada.’
In de film met deze titel van Angel Gracia wordt acute armoede geromantiseerd. Twee rijke zussen blijven berooid achter na de plotselinge dood van hun vader en ontdekken wat echt belangrijk is in het leven, zoals familie en oprechtheid. Voor Eti staat Prada voor de woning waarin ze zich zo thuis voelde. ‘Nada staat voor dat alles in een klap weg was en dat ik weer opnieuw moest beginnen.’
Ze woont inmiddels al drie jaar in een stacaravan op een camping, met haar twee kinderen en haar kat Charlie. ‘Een upgrade na de tent’, zegt ze met een glimlach. ‘Ik ben dankbaar dat ik in ieder geval een dak heb.’ Maar de kans dat ze ook deze tijdelijke voorziening kwijtraakt, is elke dag aanwezig.
Vrouwen als Floor en Eti vormen een blinde vlek in cijfers, beleid en uitvoering. Ze raken hun huis kwijt, maar hebben geen verslaving of psychiatrische diagnose. Doordat ze geen acute zorgvraag hebben, worden ze als ‘zelfredzaam’ bestempeld en krijgen ze geen hulp bij hun dakloosheid.
Officiële cijfers vertellen hun verhalen niet. Het CBS gaat uit van dataregisters van de beroepsbevolking (18 tot 65 jaar). En kijkt daarin wie geregistreerd staat bij een daklozenopvang, als bijstandsontvanger zonder vaste verblijfplaats en naar dakloze mensen die bekend zijn bij reclasseringsorganisaties. Daarmee vallen grote groepen buiten beeld. ‘Het probleem bij dakloze mensen is dat ze niet goed geregistreerd zijn’, reageert het CBS. Omdat het niet alle dakloze personen kan ‘vangen’, schat het CBS er een deel bij. Dat gebeurt met een methode afgeleid uit de biologie om een vissenpopulatie in een meer te kunnen inschatten. Maar in het meer waar het CBS vist, zwemmen geen kinderen en weinig vrouwen: slechts 17 procent, een wezenlijk verschil met de 31 procent die Ethos telt.
De CBS-schatting leidt volgens Willem van Sermondt van het Kansfonds tot het stereotiepe beeld van de man van middelbare leeftijd met een verslaving. Jan de Vries, co-directeur van belangenorganisatie Straat Consulaat, noemt de CBS-aanpak ‘enorm beperkt, stigmatiserend, vrouwonvriendelijk, kindonvriendelijk en totaal niet inclusief’. Het CBS zelf erkent de restrictie in de aanpak, maar staat achter de werkwijze. ‘Binnen de beperkingen is het wel een heel goede methode.’
Ethos-Light hanteert een brede definitie van dak- en thuisloosheid, met als kern een gebrek aan goede huisvesting. In de Ethos-telling wordt niet geschat, maar worden daadwerkelijk dak- en thuisloze mensen geteld.
Gemiddeld is een derde van de dak- en thuisloze mensen vrouw. Veertig procent is jonger dan 28 jaar. Een vijfde is kind’
De cijfers zijn confronterend. ‘Gemiddeld is een derde van de dak- en thuisloze mensen vrouw. Veertig procent is jonger dan 28 jaar. Een vijfde is kind’, vertelt onderzoeker Dorieke Wewerinke (Hogeschool Utrecht). Wethouder Pieter Paul Slikker van Den Bosch, wiens gemeente meedeed aan de eerste telronde, schrikt van de uitkomsten. ‘Vooral de hoeveelheid kinderen verontrust me.’ In de CBS-cijfers komen kinderen niet voor omdat die cijfers starten bij achttien jaar. Terwijl het CBS 33.000 dakloze personen in heel Nederland schat, telt Ethos er in 2025 al bijna 29.000 in 57 gemeenten (van de 342 gemeenten).
In de Ethos-methode helpen zoveel mogelijk organisaties die dak- en thuislozen in beeld hebben op dezelfde dag met tellen. Niet alleen de maatschappelijke opvang, maar ook woningcorporaties, scholen, huisartsen, verloskundigen, organisaties voor sekswerkers, kerken, moskeeën, kappers, boswachters en havenopzichters vullen vragenlijsten in. Het resultaat: dakloosheid blijkt een veel omvangrijker en diverser probleem dan tot nu toe werd erkend.
Volgens De Vries van Straat Consulaat kunnen gemeenten niet meer om de cijfers heen en dat zet aan tot actie. ‘Vooral van woonpartijen die zeggen: wat kunnen wij doen? Dat is winst.’ Onderzoeker Wewerinke benadrukt dat de samenwerking op de Ethos-teldag voor organisaties een aanjager is om samen aan preventie en oplossingen te werken.
Toch zijn er ook bedenkingen. Het CBS noemt de Ethos-methode ‘een goede aanvulling’, maar ook ‘arbeidsintensief’. Dakloosheid-onderzoeker Nienke Boesveldt is bang dat de aandacht voor de brede dakloosheid die Ethos ontbloot ten koste gaat van de dakloze mensen met de zwaarste hulpvraag.