Via oplossingsgerichte journalistiek onderzoeken we hoe de wereld er in 2100 uit zou kunnen zien, op basis van oplossingen die vandaag al zichtbaar zijn. Wat werkt al goed, wat minder, en waarom?
Door je in te schrijven op onze Momus nieuwsbrief — of de aparte nieuwsbrieven van lopende dossiers — blijf je op de hoogte én word je soms gevraagd om mee te denken over onze onderzoeksprojecten, via vragen, peilingen of zelfs (online) meetups.
En word lidDoor daarnaast ook (betalend) lid te worden van de Momus community, houd je onze journalistiek toegankelijk voor iedereen, zonder betaalmuren. Als lid kun je bovendien nog actiever meepraten over lopende of toekomstige dossiers via lezerskringen (lees hier meer over).
Draag je liever eenmalig bij, via een losse tip, vraag of donatie? Ook dat kan.
Stuur ons jouw idee, tip of vraag als tekstbericht of als audiobericht via onze online open microfoon.
📝 Stuur ons een (tekst)bericht
🎙️ of een audiobericht
Of steun ons eenmalig met een bedrag naar keuze.
€ Doneer eenmalig naar keuze58% van de Nederlanders staat achter de energietransitie. Energiecoöperaties kunnen het draagvlak vergroten voor de transitie.
27 augustus 2025. Laatste update: 14 november 2025
58% van de Nederlanders staat positief tegenover de energietransitie
Uit onderzoek van het CBS in 2023 blijkt dat een meerderheid van de Nederlanders positief staat tegenover de energietransitie:
Het belang van klimaatrechtvaardigheid
Binnen dit dossier onderzoeken we of klimaatrechtvaardigheid het draagvlak voor de energietransitie verder kan vergroten. Klimaatrechtvaardigheid houdt in dat klimaatbeleid zo eerlijk mogelijk is, en dat hierbij ook gekeken wordt naar andere ongelijkheden in de samenleving, zoals sociaal-economische ongelijkheid.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) beschrijft in zijn rapport ‘Rechtvaardigheid in klimaatbeleid’ drie vormen van rechtvaardigheid:
Victor Toom, mede-auteur van het WRR-rapport, legt uit dat energiecoöperaties op meerdere van deze vormen van rechtvaardigheid in kunnen spelen. Toom: “Als energiecoöperaties bijvoorbeeld lokaal zijn georganiseerd, kunnen bewoners vaak meebeslissen over het hoe en wat van een zonne- of windmolenpark. Waar komen die installaties? Hoeveel zijn het er? En wie profiteert er van de opbrengsten? Dergelijke inspraak en mededeling in opbrengsten kan ertoe leiden dat burgers klimaatbeleid eerlijker en effectiever vinden.”
Hoe energiecoöperaties het draagvlak voor de energietransitie kunnen vergroten (door rechtvaardigheid te verhogen)
Het WRR-rapport laat zien dat ‘verdelende rechtvaardigheid in grote mate bijdraagt aan draagvlak’. Zo staan mensen positiever tegenover duurzame alternatieven als zij hiervan een deel van de opbrengsten ontvangen. De andere vormen van rechtvaardigheid hangen hier vaak nauw mee samen.
Toom: “Dit wordt geïllustreerd in ‘Grip’, een ander WRR-rapport. Het rapport beschrijft twee vergelijkbare casussen waarin windmolenparken werden aangelegd in de buurt van bewoonde gebieden. Waar in de Drentse Veenkolonieën na het aanleggen van een windmolenpark polarisatie en onrust ontstond, waren er bij de aanleg van een veel groter windmolenpark in Zeewolde rond dezelfde tijd nauwelijks klachten.”
Als reden hiervoor noemen de onderzoekers de manier waarop er met de bewoners om is gegaan: in de Veenkolonieën hadden bewoners niks te zeggen en werden niet meegenomen in het proces, terwijl in Zeewolde bewoners konden participeren in het proces en mee konden delen in het windmolenpark door lid te worden van een coöperatie.
Dit voorbeeld sluit aan bij een onderzoek van TNO, waarin acceptatie naar klimaatbeleid wordt onderzocht. Het TNO stelt dat klimaatbeleid aan drie principes moet voldoen om de acceptatie van burgers te vergroten:
Ook een onderzoek van Populytics laat zien dat mensen klimaatbeleid eerder steunen als ze het als rechtvaardig beschouwen. Zo steunt 66% van de Nederlanders een hogere vliegbelasting, mits de opbrengsten hiervan gebruikt worden om internationale treinreizen goedkoper te maken.

Dit onderzoek is tot stand gekomen met steun van het Journalismfund Europe en ondersteund met mentoring vanuit Transitions.