Hoe de Nederlandse media vertrouwden op een handvol experts over vloeibaar aardgas
We delen niet alleen onze grote bevindingen, maar ook tussentijdse updates over de voortgang van onze onderzoeksprojecten. Deze update is onderdeel van het dossier Klimaatdromers.
Drie experts. Die bepalen voor een groot deel het publieke debat in Nederland over vloeibaar aardgas, of LNG. Dat laat een nieuw onderzoek zien dat deze week met redacties van nieuwsmedia is gedeeld. Dezelfde energie-experts, die deels banden hebben met de fossiele industrie, worden opvallend vaak geciteerd in mediaberichten over LNG. Hierdoor kan een ‘versmald en gekleurd beeld van LNG’ ontstaan, met serieuze gevolgen voor de energietransitie.
Ondanks de klimaatcrisis is Nederland nog steeds verslaafd aan gas. Deze winter is het niet alleen Russisch aardgas, maar vooral ook gas uit Amerika dat onze huizen verwarmt en de industrie draaiende houdt. Liquefied natural gas (LNG), oftewel vloeibaar aardgas, is in enkele jaren tijd een van de belangrijkste energiebronnen van Nederland geworden.
Het gebruik van LNG groeide sterk na de Russische invasie van Oekraïne, in februari 2022. Onder meer ‘om de energiezekerheid te vergroten en de afhankelijkheid van Russisch aardgas te verminderen’, werd in zes maanden tijd een gloednieuwe LNG-terminal gebouwd in de Groningse Eemshaven.
Daarmee lukte het om vorig jaar 21 miljard kubieke meter LNG te importeren, hoofdzakelijk uit de VS, vanwaar het gas met gekoelde tankerschepen wordt aangevoerd. Ter vergelijking: de totale Nederlandse gasvraag bedroeg vorig jaar ruim 30 miljard kubieke meter. Hoewel een deel van het geïmporteerde LNG weer wordt doorgepompt naar andere landen – Nederland is een belangrijke doorvoerhaven voor Europees gas – wordt een groot deel van ons land dus draaiende gehouden met vloeibar gas.
Tegelijk met de import van LNG piekte ook het aantal berichten over deze relatief nieuwe brandstof in de media. Hoewel Nederland al in 2012 voor het eerst LNG uit het buitenland ontving, werd vloeibaar gas lange tijd slechts enkele honderden keren per jaar in kranten en tijdschriften besproken. In 2022 explodeerde dat aantal tot meer dan drieduizend nieuwsberichten. Het argument dat LNG noodzakelijk was om de energiezekerheid te vergroten, zoals onder meer verwoord door Gasunie, werd daarbij vaak aangehaald door journalisten.
Dit blijkt uit een studie van onderzoekers gelieerd aan de Universiteit Utrecht, onderzoeksbureau Solid Sustainability Research en Climate Obstruction NL (CONL), een netwerk van wetenschappers, journalisten en activisten dat onderzoek doet naar de manieren waarop effectief klimaatbeleid wordt tegengehouden. De onderzoekers analyseerden bijna negenduizend nieuwsberichten over LNG die tussen 1991 en begin 2025 in Nederlandse geschreven media verschenen. Daarbij keken ze specifiek naar de veranderingen in het gebruik van drie veelvoorkomende narratieven over gas: dat LNG goed zou zijn voor energie-zekerheid, dat LNG goed zou zijn voor het milieu, en dat LNG slecht zou zijn voor het milieu. De resultaten van het onderzoek zijn deze week gedeeld met acht nieuwsredacties NRC, Trouw, Volkskrant, NU.nl, NOS, FD, AD en De Telegraaf. in Nederland.
Pereira, A., Vanheule, L., Julien, C., & Knoester, L. (2025). “Environmental and Energy Security Narratives around Liquefied Natural Gas in Dutch Written News Media”.
Scheve verhoudingen
Uit het onderzoek blijkt onder meer dat het belang van leveringszekerheid na de Russische inval in Oekraïne sterk toenam. Waar voor 2022 slechts 11% van de onderzochte nieuwsartikelen een positief narratief over leveringszekerheid bevatte, was dit vanaf 2022 bijna vier keer zoveel (41%).
Opvallend genoeg blijkt daarnaast dat een aantal energie-experts relatief vaak geciteerd worden in de verslaggeving over LNG. Van alle experts die door journalisten werden aangehaald zijn er drie personen – Martien Visser, Jilles van den Beukel en Hans van Cleef – die ieder in meer dan 250 verschillende nieuwsartikelen voorkomen, ruim vijf keer zoveel als vertegenwoordigers van milieuorganisaties als Urgenda of Milieudefensie.
Martien Visser, de meest-geciteerde expert van allemaal, was tot zijn recente pensionering lector Energietransitie & Netwerken aan de Hanzehogeschool Groningen. Tegelijkertijd werkte hij ook als Manager Corporate Strategy bij de Gasunie, het bedrijf dat samen met Vopak de in recordtijd gebouwde LNG-terminal in de Eemshaven beheert. In reactie op de studie geeft hij aan altijd transparant te zijn geweest over deze dubbele rol, ook naar journalisten toe. ‘Ik heb het zelf altijd genoemd.’
Toch wordt in 8 van de 10 artikelen waarin Visser geciteerd wordt, zijn functie bij Gasunie niet expliciet genoemd. In sommige gevallen wordt Visser zelfs zonder vermelding van zijn baan bij het gasbedrijf geciteerd, terwijl een woordvoerder van de Gasunie verderop in hetzelfde artikel ook wordt aangehaald.
Het gebrek aan een diverse groep stemmen over LNG verklaart hij deels door de complexiteit van het onderwerp. ‘Er lopen in Nederland niet heel veel mensen rond die verstand hebben van LNG. De spoeling is dun.’ Tegelijkertijd erkent hij dat hierdoor de verhoudingen tussen experts die worden aangehaald scheef zijn. ‘Ik probeer zo objectief mogelijk commentaar te geven,’ zegt hij. ‘Maar ik zou als journalist ook vaker kennis op doen bij milieuorganisaties en internationale bedrijven.’
Saillant detail is dat Visser zelf helemaal geen expert is op het gebied van LNG. ‘Nee,’ zegt hij daarover, ‘dat is mijn vakgebied niet meer. Ik heb als lector aan de Hanzehogeschool altijd elektriciteitsleer gegeven.’ Toch wordt hij hier wel over gevraagd, mogelijk vanwege zijn eerdere werk begin 2000 voor gasbedrijf Gasterra. ‘Toen was de internationale gasmarkt wel mijn vakgebied. En als je die kennis eenmaal hebt, dan houd je het wel een beetje bij.’
Informatiegat
Naast Visser komt ook Jilles van den Beukel vaak terug in mediaberichten over LNG. Van den Beukel is een veelgevraagd energie-commentator, die decennialang voor Shell heeft gewerkt. Hoewel de onderzoekers niet hebben gekeken naar de specifieke narratieven die iedere expert uitdraagt, bestaat het risico dat een oververtegenwoordiging van enkele stemmen een te rooskleurig beeld schetsen van vloeibaar gas. Zeker wanneer deze stemmen banden hebben met de fossiele industrie.
Een onderzoek uit 2024 toonde dat Amerikaans LNG zelfs tot meer klimaatopwarming kan leiden dan steenkool, over een tijdspanne van 20 jaar.
Zo is LNG in de media vaak afgeschilderd als relatief duurzaam: een energiebron die tot minder uitstoot dan steenkool zou leiden en zo een mogelijke transitiebrandstof op weg naar een toekomst vol zon en wind kan zijn. Steeds meer wetenschappelijke studies wijzen echter op de zorgelijke klimaatschade door het gebruik van LNG. De hoeveelheid lekkage van methaan (een zeer sterk broeikasgas) tijdens de productie, het transport en het gebruik van LNG blijkt significant hoger dan gedacht. Dit leidt ertoe dat de totale klimaatimpact van LNG groter is dan wanneer alleen naar het eindgebruik (de verbranding) van het gas wordt gekeken. Een onderzoek uit 2024 toonde aan dat Amerikaans LNG op deze manier zelfs tot meer klimaatopwarming kan leiden dan steenkool, wanneer wordt uitgegaan van een tijdspanne van 20 jaar.
Toch benoemde slechts 1 op de 10 nieuwsartikelen die de afgelopen jaren een milieunarratief over LNG bevatte de rol van methaanlekkages expliciet. Met name artikelen over het gebruik van LNG in de scheepvaart waren veelal niet milieu-kritisch: een meerderheid (65%) van de nieuwsberichten over vloeibaar aardgas als scheepsbrandstof noemde enkel voordelen voor het milieu, terwijl grote methaanlekkages juist tijdens transport en op schepen kunnen optreden. En 1 op de 5 nieuwsberichten die sinds de oorlog in Oekraine aandacht besteedde aan milieu-impact van LNG deed het nog altijd voorkomen alsof vloeibaar aardgas enkel positief is voor het milieu. Volgens de onderzoekers wijst dit op een ‘informatiegat’ in de Nederlandse berichtgeving.
Gekleurd beeld
Aaron Pereira, co-auteur van de studie en verbonden aan Solid Sustainability Research, denkt dat de oververtegenwoordiging van een handvol stemmen het gevolg is van de vaste lijstjes met ‘go-to’ experts die journalisten hanteren. ‘Tijdens een publiek event over ons onderzoek met een journalistenpanel, leerden we dat onafhankelijke wetenschappers soms moeilijk te bereiken zijn voor een uitspraak in de media.’
Daar komt bij dat een deel van de traditionele kennis over LNG in Nederland is opgebouwd rond gas- en oliebedrijven, waardoor de meest voor de hand liggende experts vaak banden met de fossiele sector hebben. ‘Hun expertise ligt echter vooral bij het functioneren van de LNG-markten en -handelsketens, maar minder bij de kritische vraag of LNG wel in lijn is met de klimaatdoelen,’ aldus Lynn Vanheule, co-auteur van de studie en gelieerd aan Climate Obstruction NL.
Een goed voorbeeld van iemand die vooral de vraag- en aanbodkant van LNG heeft geduid (overigens zonder directe banden met de fossiele industrie) is Hans van Cleef, nummer drie op de lijst van meest-geciteerde experts in de media. Van Cleef was tot 2022 energie-econoom bij ABN Amro, en werkte nadien onder meer voor het public affairs-bureau Publieke ZakenPublieke Zaken is een advies- en communicatiebureau dat ook lobby-activiteiten verricht op het gebied van klimaat, energie en duurzaamheid. publiekezaken.eu.. In reactie op het onderzoek geeft hij aan de media vooral te hebben voorzien van ‘feitelijke duidingen van met name de marktontwikkelingen [rond LNG] en de gevolgen voor de economie en de leveringszekerheid’.
Oververtegenwoordiging van deze economische insteek kan er echter toe leiden dat het milieuvraagstuk ondergeschikt raakt, denkt Vanheule. ‘Als journalisten vooral leunen op een klein, vertrouwd groepje experts, vaak met banden met de fossiele sector, ontstaat een versmald en gekleurd beeld van LNG.’
Dat heeft serieuze gevolgen voor de energietransitie, aangezien LNG-infrastructuur vaak een decennialange levensduur heeft. Een nieuwe aanvoerterminal voor vloeibaar gas, zoals die in de Eemshaven in Groningen is gebouwd, moet in principe jarenlang gebruikt worden om de initiële investeringskosten terug te winnen. Dit riskeert een zogeheten ‘lock-in’-effect, waarbij we onnodig lang van fossiele brandstoffen afhankelijk blijven omdat de infrastructuur voor het gebruik ervan nou eenmaal al gebouwd is. Maken we het onszelf dus niet moeilijker dan nodig is om van het gas af te komen, door in de media steeds het belang van LNG voor de leveringszekerheid te benadrukken?
Martien Visser, Nederland’s meest-geciteerde LNG-expert, maakt zich hier niet al te druk om. Hij schat in dat we nog tot 2040 vloeibaar gas nodig hebben om aan de energievraag te voldoen, en investeringen in LNG-infrastructuur dus noodzakelijk zijn.
Daar komt wel een disclaimer bij: ‘Zo goed zit ik nou ook weer niet in de materie.’ Andere experts wijzen er bijvoorbeeld op dat we mogelijk afstevenen op een groot overaanbod van LNG, met name omdat de VS en Qatar hun leveringscapaciteit uitbreiden.
Het illustreert dat wie aan bod komt in de media, de richting van het debat kan sturen. In elk geval heeft Visser er wederom een nieuwsartikel mee gehaald. Zijn koppositie als LNG-expert blijft voorlopig onaangetast.
Jilles van den Beukel kon niet bereikt worden voor een reactie.
Alternatieve stemmen
Er zijn genoeg alternatieve LNG-experts die volgens de auteurs van de studie vaker aan bod zouden mogen komen in de Nederlandse media.
In Nederland zijn dit onder meer:
● Sweder van Wijnbergen
Emeritus Hoogleraar Economie, Universiteit van Amsterdam
Gespecialiseerd in klimaat- en energie-economie: economische effecten van fossiele subsidies, energieprijzen en beleidsinstrumenten voor de energietransitie.
● Rick van der Ploeg
Hoogleraar Economie, Universiteit van Oxford
Gespecialiseerd in klimaat- en energie-economie. Richt zich op CO2-beprijzing, fossiele subsidies, economische en lock-in risico’s van fossiele afhankelijkheid.
● Janina Herzog-Hawelka
PhD Onderzoeker, Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR)
Onderzoekt klimaatrechtvaardigheid, de uitfasering van fossiele brandstoffen en LNG, Noord-Zuidrelaties in het klimaatbeleid en mondiale klimaatgovernance.
● Hans Ossebaard
docent Planetaire Gezondheidswetenschappen, VU Amsterdam
Expertise op directe en indirecte gezondheidseffecten van fossiele brandstoffen, inclusief LNG.
En daarbuiten:
● Robert Howarth
Professor of Ecology and Environmental Biology, Cornell University
Onderzoekt de levenscyclusemissies van LNG (winning, liquefactie, transport, methaanlekken) en vergelijkt deze met andere fossiele brandstoffen.
● Ana Maria Jaller-Makarewicz
Lead Energy Analyst, Institute for Energy Economics and Financial Analysis (IEEFA)
Onderzoekt gas en LNG-markten, energiezekerheid, geopolitieke afhankelijkheid van gas en importstromen van LNG in Europa
● Tristan Smith
Associate Professor in Energy and Shipping, UCL Energy Institute; Director, UMAS
Expert in scheepvaart en klimaatbeleid. Onderzoekt onder meer de rol van LNG als scheepsbrandstof, economische risico’s en beleidsopties voor scheepvaart in lijn met de 1,5 °C klimaatdoelstelling.
● Bryan Comer
Marine Program Director, International Council on Clean Transportation (ICCT)
Leidt het ICCT maritieme programma. Onderzoekt emissies van internationale scheepvaart, de klimaatimpact van LNG als scheepsbrandstof en alternatieven zoals groene waterstof en ammoniak.
● Constance Dijkstra
Maritime Transport Policy Manager, Transport & Environment (T&E)
Gespecialiseerd in scheepvaartbeleid binnen de EU en IMO. Richt zich op de klimaatimpact van LNG en biofuels in de scheepvaart en op regelgeving voor schone brandstoffen.
● Claudia Kemfert
Head of the Department of Energy, Transportation and Environment, DIW Berlin; Professor of Energy Economics, Leuphana University.
Expert in energie- en klimaatbeleid. Onderzoekt de rol van LNG in de Europese energiemix, de geopolitieke afhankelijkheden en de economische voordelen van een versnelde transitie naar hernieuwbare energie.
Noot van de redactie: auteurs van de in dit artikel genoemde studie zijn ook lid van het netwerk Climate Obstruction NL waarin onderzoekers uit de journalistiek, wetenschap en maatschappelijk middenveld kennis delen over het thema “klimaatobstructie”. Ook Momus-redacteur Alexander Beunder is aangesloten bij dit netwerk, als Raad van Toezicht lid. Het platform Momus of Beunder persoonlijk hadden geen betrokkenheid bij de uitvoering of totstandkoming van de studie.
Waardeer je ons onderzoek?
Journalistiek die de macht controleert én oplossingen onderzoekt is keihard nodig. Maar dat kan alleen dankzij (jouw) steun.
Of doneer eenmalig:
Klimaatdromers
In het Klimaatdromers dossier onderzoeken we hoe klimaatobstructie plaatsvindt in Nederland en daarbuiten, oftewel alles dat klimaatbeleid tegen houdt of vertraagt: klimaatdesinformatie, lobbypraktijken, de draaideur tussen oliebedrijven en politiek of misleidende vormen van greenwashing. Met een kritische, maar ook oplossingsgerichte blik.