Schrijvers en lezers aan het roer: dit is hoe we Momus samen zouden kunnen besturen
Deze update is onderdeel van het dossier Momus Memos, waarin we je op de hoogte houden over de vernieuwing van ons journalistiek platform.
Geïnspireerd door andere coöperatieve initiatieven en mediaprojecten, kwamen we tot een toekomstplan voor onszelf. Hoe Momus een duurzaam en coöperatief mediaplatform wil worden, bestuurd door de schrijvers en lezers zelf. Deel 3.
Een iets concreter verhaal deze keer. Hoe gaan we dit zelf doen?
Eerder las je waarom we de organisatiestructuur van Momus willen herzien om het goed an te laten sluiten bij onze waarden. Je las daarna over voorbeelden van coöperatieve initiatieven, van Griekse krantjes tot coöperatieve fabrieken in de bergen van Spanje die bestuurd worden door medewerkers zelf. En waarom we zo’n coöperatieve vorm van zelfbestuur vinden passen bij de waarden van ons mediaplatform.
We gaan nu direct naar de inhoud, waar genoeg woorden aan te wijden zijn: onze grove schets van de toekomstige organisatiestructuur van Momus, waarin schrijvers en lezers, verenigd in ‘kringen’ rond thema’s, samen aan het stuur staan.
Het is geen in beton gegoten plan, maar een stip op de horizon waar we de komende tijd verder naartoe bewegen en daardoor steeds scherper zal worden.
Te beginnen met een dankwoord: dit is het resultaat van een serie workshops onder begeleiding van bestuurskundige, vereniging- en sociocratie expert Karin Vosters en extra ingewonnen advies vanuit We Are Stewards. Met dank aan het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (SVDJ) konden we hun expertise inschakelen, om tot een iets concretere visie te komen.
Een vereniging van journalisten en lezers
Even terug naar de kern, de missie van Momus: onderzoeksjournalistiek die bijdraagt aan een rechtvaardige en democratische samenleving.
In onze opvatting is dat een journalistiek die niet alleen problemen maar ook voorbeelden van oplossingen grondig onderzoekt, om lezers te informeren over mogelijke antwoorden op de grote vraagstukken van deze tijd. Van woningnood tot klimaatontwrichting, van armoede tot discriminatie, van oorlogen tot een genocide in Gaza. De zogeheten ‘oplossingsjournalistiek’ die we omarmen zoekt naar concrete voorbeelden van uitgeprobeerde oplossingen, binnen of buiten Nederland, en onderzoekt of ze wel of niet hun doel bereikten. Oplossingsjournalistiek is bijvoorbeeld een verhaal over hoe we de publieke ruimte anders kunnen inrichten om de veiligheid van vrouwen te vergroten, op basis van ervaringen in andere landen. Of het dossier van klimaatoplossingen van mediaplatform Grist.
Wat blijkt: oplossingsjournalistiek gaat vaak heel goed samen met nog een ander ingrediënt: het nauwer betrekken van lezers en gemeenschappen in onderzoeksprojecten. Die twee zijn als ‘de pindakaas en jam van de journalistiek. Je kunt ze los van elkaar gebruiken, maar samen zijn ze zoveel beter,’ aldus een media expert uit de Verenigde Staten, Andrea Wenzel. Ze zag dat sociale netwerken ontzettend veel waardevolle kennis hebben die het reguliere nieuws, vaak gericht op negatieve excessen zoals misdaad, niet bereikt. Bovendien helpt direct contact met lezers journalisten ook om te weten aan welke informatie een gemeenschap überhaupt behoefte heeft.
Vandaar is onze voorlopige visie, voor onze eigen organisatiestructuur:
We zetten schrijvers en lezers samen aan het roer
Kortom, in een toekomstige organisatiestructuur staan bevlogen journalisten samen met betrokken lezers aan het roer van Momus. Dat betekent niet dat iedereen dezelfde rol heeft — de journalisten blijven schrijven, de lezers voornamelijk lezen (of luisteren, of kijken). Het betekent ook niet dat ze het schip iedere kant op kunnen varen: Momus heeft een maatschappelijke missie waar we binnen blijven, vastgelegd in de statuten van de organisatie. Het betekent vooral dat we toewerken naar een officiële structuur, waarin beide groepen officieel een stem hebben, die vooralsnog ontbreekt.
Een voorlopige schets van hoe dit zou kunnen werken staat hieronder. In het kort: journalisten van Momus verenigen zich in groepen, ook wel ‘kringen’ genaamd, op basis van onderzoeksthema’s. Een kring richt zich bijvoorbeeld op ‘woningnood’, een andere op ‘klimaatverandering’. Aan deze kringen van journalisten zijn ook kringen van lezers verbonden: groepen lezers die affiniteit hebben met het thema of zelfs relevante ervaringen of expertise, die de journalisten van Momus kunnen bijstaan met ongevraagde tips of vragen. Uit deze kringenstructuur wordt een ledenraad gevormd van schrijvers en lezers die de algemene koers bepaalt en de kaders stelt voor het bestuur van Momus. Een deel van de ledenraad vormt vervolgens het bestuur: de dagelijkse leiding die ervoor zorgt dat de door de ledenraad bepaalde koers ook wordt uitgevoerd.
Het idee erachter is dat het bestuur en de ledenraad geen losstaande lagen zijn die besturen over de rest van de organisatie; degenen die het werk uitvoeren, via kringen, zijn juist verweven met de ‘bestuurlijke’ lagen en vormen zo een verbonden, gelijkwaardig geheel.
Deze structuur is gebaseerd op sociocratie. Het concept is vaker gebruikt, inmiddels wereldwijd en binnen allerlei milieus. Van bedrijven als Endenburg Elektrotechniek in Rotterdam waar het in de jaren zeventig werd toegepast, tot de klimaatbeweging Extinction Rebellion. Maar ook de Britse mediacoöperatie The Bristol Cable (genoemd in de vorige update) gebruikt het. Het is kortom een beproefd model met bekende principes en regels, waarover meerdere clubs met coöperatieve beginselen enthousiast zijn. En daarom een logische keuze voor Momus.
De details besparen we je, maar een belangrijk onderdeel van sociocratie geven we nog mee: het consentbeginsel. Dat zorgt ervoor dat kringen in enige autonomie zichzelf kunnen besturen, mits er goedkeuring of ‘consent’ is voor wat ze doen vanuit de rest van de organisatie. Het doel: een dynamische organisatie waarin niet elke punt of komma langs een bureaucratische bestuurslaag moet, maar er wél genoeg checks and balances zijn om de gezamenlijke missie te bewaken.
In de praktijk werkt het zo dat nieuwe voorstellen binnen de ledenraad — bijvoorbeeld voor een nieuw groot onderzoeksproject — worden aangenomen zolang er geen ‘overwegend beargumenteerd bezwaar’ is vanuit de de andere leden, die daarmee hun goedkeuring of ‘consent’ geven. Als er wél een bezwaar is, dan wordt dit besproken en gezocht naar een oplossing die acceptabel is voor iedereen waardoor het alsnog ‘consent’ krijgt. Mocht ook dat falen dan wordt het voorstel niet aangenomen, maar de socratische filosofie is om bij meningsverschillen juist ruimte te maken voor de zorgen (bezwaren) en samen te zoeken naar een oplossing. En in plaats van een gangbare democratische besluitvorming waarin de meeste stemmen gelden, garandeert het consentbeginsel dat ook de stem van een enkele kritische stem in het bestuur gehoord móet worden.
Er zijn nog talloze puntjes op de i te zetten. Hoeveel onderzoeks- en lezerskringen krijgt Momus? Hoe groot worden de ledenraad en het bestuur precies? Hoeveel journalisten nemen daarin plaats, en hoeveel lezers uit de lezerskringen? En wie wordt precies bij welk type besluit betrokken? Daar zijn nog talloze keuzes in te maken. We onderzoeken ondertussen de vraag hoe we dit juridisch goed kunnen vastleggen (zie kader). Maar het algemene toekomstplan blijft overeind: zelfbestuur, door journalisten en lezers, met het maatschappelijk doel van Momus — onderzoeksjournalistiek voor een rechtvaardige en democratische samenleving — voorop.
Rechtsvormen: Vereniging, coöperatie, steward-owned
In de zoektocht naar de juiste rechtsvorm hiervoor, bekeken we de verschillende rechtsvormen die er in Nederland zijn om te verkennen welke of welken passen bij bovenstaand plan.
Een aantal konden we makkelijk wegstrepen: Momus is geen commercieel bedrijf dat winst genereerd voor de eigenaren, zoals een BV of NV, noch een kerkgenootschap.
In de huidige structuur, een algemeen nut beogende (ANBI) stichting, staat weliswaar de missie centraal, maar ontbreekt de mogelijkheid om inspraak en gedeelde zeggenschap en verantwoordelijkheid van leden vast te leggen.
In een vereniging is dat wel mogelijk, want ‘een vereniging bestaat uit leden (minimaal 2). De hoogste macht ligt bij de ledenvergadering. Dit betekent dat op de ledenvergadering beslissingen worden genomen over de organisatie’.
Hier bestaan echter meerdere varianten van, zoals de ‘coöperatieve vereniging’, ook wel ‘coöperatie’ genoemd, die winst mag genereren voor de leden. Dat zijn in feite democratisch (of sociocratisch) bestuurde bedrijven. Bijvoorbeeld schoonmaakbedrijf Schoongewoon, dat in handen is van de werknemers zelf. Die rechtsvorm schrijven we niet volledig af, omdat journalisten van Momus ook overwegen om in de toekomst de verkoop van producten en diensten in te zetten als een aanvullende inkomstenbron, waar zowel journalisten als Momus iets aan verdienen. In een coöperatie bestaat er volledige vrijheid om zelf te bepalen waar de nettowinst aan het eind van het jaar naartoe gaat: terug geïnvesteerd in de coöperatie, of uitgekeerd als winst aan de leden bijvoorbeeld.
Een andere variant is de normale vereniging, zonder winstoogmerk. Ook hierbij geldt: ‘de hoogste macht ligt bij de ledenvergadering. Dit betekent dat op de ledenvergadering beslissingen worden genomen over de organisatie.’ Voorbeelden zijn te vinden onder televisieomroepen, voetbalverenigingen of Vereniging Natuurmonumenten. Het grote verschil is dat de vereniging iedere cent aan inkomsten of overschotten aan de missie van de vereniging moet besteden, en nooit als winst mag uitkeren aan de leden. In zo’n vereniging staat het gezamenlijk doel van de leden voorop. Als dat doel bovendien ook een maatschappelijk belang heeft, kan een vereniging ook de ANBI-status krijgen, zoals Vereniging Natuurmonumenten dat heeft (maar je voetbal- of studentenvereniging niet).
Vanuit de huidige situatie — Momus als ANBI-stichting met een puur maatschappelijk doel zonder winstoogmerk — is de stap richting een niet-commerciële vereniging kleiner dan richting de andere rechtsvormen.
Een klein technisch detail: het plan is niet om de huidige ANBI-stichting om te toveren tot een andere rechtsvorm, wat wettelijk niet zomaar kan om goede redenen. De vraag is vooral wat we erbij gaan oprichten op een manier die aansluit bij het oorspronkelijke maatschappelijke doel van Momus, maar ook de nieuwe doelstellingen een plek geeft.
Om het nog ingewikkelder te maken: er zijn ook combinaties van rechtsvormen mogelijk die interessant zijn, zo leerden we van We Are Stewards. Het concept Steward Ownership is het fenomeen dat een commercieel bedrijf in bezit is ‘van zichzelf’, zoals een BV in bezit van een stichting met bestuurders die ‘stewards’ worden genoemd. Dat is een organisatiestructuur waarbij eventuele geldschieters of aandeelhouders niet automatisch het laatste woord hebben, maar de missie van een bedrijf, bewaakt door de ‘stewards’, altijd centraal staat. Zoals We Are Stewards benoemt zijn er meerdere bedrijven ‘steward owned’: van pretpark De Efteling tot de Amsterdamse camping Zeeburg, tot weekblad De Groene Amsterdammer. Een commerciële coöperatie zou daar in theorie ook voor kunnen kiezen.
In één scenario wordt er bijvoorbeeld een nieuwe vereniging opgericht (waar de huidige ANBI-stichting nog lid van is). Commerciële experimenten door journalisten zouden, eventueel verenigd in een coöperatie, plaats kunnen vinden buiten de vereniging om, zodat de ideële missie van Momus niet vermengd raakt met commerciële belangen. Maar in zo’n geval zou Momus (als vereniging of stichting) ook weer lid kunnen worden (en deelnemen in de winst) van zo’n commercieel project, vooral wanneer het aansluit bij de missie van Momus, bijvoorbeeld een boek, of cursus, over een thema waar ook Momus zich op richt.
Het definitieve antwoord is er nog niet. Het is een wat technische, juridische puzzel die we de komende tijd zullen afmaken. De stip op de horizon: een toekomstbestendige structuur waarin de maatschappelijke missie van Momus centraal staat, schrijvers en lezers een stem hebben, en degenen die het werk verrichten eerlijk beloond worden.
Toch willen we ook niet te lang wachten totdat dit officieel op papier staat. In het pad hiernaartoe zullen we daarom al eerder starten met het opzetten van kringen van lezers en donateurs rond onderzoeksthema’s waar we nu al mee bezig zijn. Om samen te ontdekken hoe dat het beste werkt en op welke manier dat uiteindelijk in onze definitieve statuten vastgelegd kan worden, die we uiteindelijk notarieel vastleggen en bij de Kamer van Koophandel inleveren.
Dat zal het begin zijn van een nieuw hoofdstuk. Maar een plan op papier komt pas tot leven wanneer het gevoed wordt door ons, journalisten en lezers. Het is een zaadje in een pot, niet de gieter.
Mondeling doen we alvast deze toezegging: wie vandaag al lid wordt van Momus (donateur wordt van de stichting), stapt in een bus richting de hierboven geschetste toekomst. En zoals een bus die pas vertrekt als er genoeg passagiers zijn ingestapt: hoe meer mensen instappen, hoe sneller we kunnen vertrekken en samen het nieuwe platform kunnen bouwen dat we voor ogen hebben.
Voor 1, 2 of meer kopjes koffie per maand doe je al mee. Vergeet ook niet het formulier in te vullen dat verschijnt na je aanmelding als betalend lid, waarin je gevraagd wordt welke thema’s jij belangrijk vindt, welke vorm (tekst, video, audio of anders) je voorkeur heeft. En of je eventueel actief zou willen worden in de toekomstige gemeenschap van lezerskringen.
Blijf onze Memos volgen voor updates hierover. En schroom niet om contact op te nemen als je mee wilt denken over deze transitie, via info@momusmedia.nl
Waardeer je ons onderzoek?
Journalistiek die de macht controleert én oplossingen onderzoekt is keihard nodig. Maar dat kan alleen dankzij (jouw) steun.
Of doneer eenmalig:
Momus Memos
Ons platform krijgt na meer dan tien jaar een grondige renovatie. Een nieuwe naam (Platform Authentieke Journalistiek wordt Momus), een nieuwe website (komt binnenkort) en een nieuwe missie: naast het kritisch aankaarten van problemen onderzoeken we (even kritisch) ook de mogelijke oplossingen. Via het Momus Memos dossier houden we je op de hoogte van de laatste organisatorische ontwikkelingen.