Dossier
Böttcher

De prominente Nederlandse klimaatscepticus Frits Böttcher (1915 - 2008) ontving in de jaren negentig meer dan een miljoen gulden van Shell en andere bedrijven om twijfel te zaaien over klimaatverandering. Dat blijkt uit het nagelaten archief van de chemieprofessor dat Momus in 2019 ontdekte.

Dit dossier is onderdeel van:
Word lid

Word lid en doe mee

Word lid van de Momus community voor 1, 2 of meer kopjes koffie per maand.

Jouw bijdrage helpt onze journalistiek toegankelijk te houden voor iedereen, zonder betaalmuren. Ook kun je als lid via lezerskringen meedenken over lopende en toekomstige onderzoeksprojecten (lees hier meer over).

Word lid

 


Of doneer eenmalig:

€ 5 € 15 € 45 € Kies zelf een bedrag
  • Notitie

Brief Böttcher aan Hoekzema (Bovag) (12 december 1996)

Samenvatting

Transcriptie van een brief, op 12 december 1996 verstuurd door klimaatscepticus Frits Böttcher aan John Hoekzema van BOVAG (BOnd Van Automobielhandelaren en Garagehouders)

Datum van notitie

1 oktober 2019. Laatste update: 3 december 2025

Auteur

Momus

Bronnen

Persoonlijk archief van C.J.F. (Frits) Böttcher in het Noord-Hollands Archief (Haarlem)

Notitie

De layout komt overeen met het oorspronkelijke document. De gekleurde markering is toegevoegd.

Mr. J. Hoekzema
Voorzitter BOVAG
[adres]
12 december 1996
Beste John,
Je zult wel vernomen hebben dat de Stichting Global Institute enige weken geleden de schuld aan BOVAG heeft afgelost, waarna tot mijn genoegen prompt de door mij gestorte borgsom werd terugbetaald.
Alle pogingen sinds juli om andere oliemaatschappijen dan Shell, Texaco en Amoco te interesseren als sponsor op te treden mislukken. De negatieve berichten bereikten ons met maandenlange vertraging, omdat de beslissingen door de hoofdkantoren moesten worden genomen. Daar blijkt men van mening te zijn dat, gezien de besluiten van de in Genève gehouden ministersconferentie van juli j.l., nu alle aandacht moet worden gericht op de tweede verdedigingslinie – aantonen dat de door een aantal ministers voorgestelde drastische maatregelen “ter bestrijding van de C02-emissie” funeste economische gevolgen zouden hebben. Als voorbeeld van die nieuwe koers zend ik je bijgaand de vriendelijke, doch afwijzende brief die ik van Mobil Oil ontving. Juist van dit bedrijf had ik een bijdrage verwacht, gezien de je bekende drie advertenties in Wall Street Journal en andere bladen ten tijde van genoemde ministersconferentie.
De koerswijziging van de olieindustrie wijkt af van de strategie van de staalindustrie, wereldwijd georganiseerd in het in Brussel gevestigde International Iron and Steel Institute IISI. Tijdens een in Helsinki gehouden vergadering in september werd unaniem geconcludeerd dat de strijd aan het wetenschappelijke front verder moet worden gesteund. Zowel het IISI als Hoogovens hebben derhalve besloten ook in 1997 mijn C02-project te steunen. Gehoopt wordt dat andere staalbedrijven dit voorbeeld zullen volgen.
Ondanks het afhaken van de olieindustrie kon het deficit van circa Fl. 60.000,- worden weggewerkt, dankzij een initiatief van ir. van Veen (president Hoogovens) en ir. de Ruiter (ex directeur Shell Groep), die enige tientallen supporters van het CO2-project bereid vonden persoonlijk eenmalig elk Fl. 2.000,- bij te dragen.
[brief vervolgt]”