Dossier
Goede buren

Woningcorporaties, in onder andere de regio Utrecht, zetten ‘toewijzen op motivatie’ in om de leefbaarheid in bepaalde wijken en wooncomplexen te vergroten. We onderzoeken het effect.

Dit dossier is onderdeel van:
Steun ons

Steun ons

Journalistiek die de macht controleert, oplossingen onderzoekt én impact heeft is keihard nodig. Maar dat kan alleen dankzij jouw steun en betrokkenheid.

Word lid van de Momus community door ons te steunen met 1, 2 of meer kopjes koffie per maand. Zo draag je bij aan toegankelijke, kritische en oplossingsgerichte journalistiek, maar kun je bovendien meedenken over de koers van de onderzoeksprojecten van Momus, via onze nieuwe structuur van lezerskringen (in opbouw).

Word lid

Of doneer eenmalig:

€ 5 € 15 € 45
Beeld: Alexander Beunder

Op 19 en 20 mei 2025 publiceerden onderzoeksjournalisten Merel de Buck en Jeske Jongerius van Momus een tweedelige onderzoeksreeks over het Utrechtse ‘goede buren’-beleid in De Nuk. De artikelen analyseren de effectiviteit en rechtmatigheid van dit beleid aan de hand van expert interviews, literatuuronderzoek en veldwerk.

Hieronder sommen we de bevindingen van ons onderzoek op, maar ook de aanbevelingen die voortkwamen uit gesprekken met experts en critici.

Bevindingen

  • Beperkte effectiviteit van het beleid. Het onderzoek toont aan dat na vijf jaar experimenteren er geen duidelijk bewijs is dat ‘goede buren’-projecten hebben geleid tot verhoogde leefbaarheid, meer burencontact of hechtere buurten.
  • Hoge doorstroom ondermijnt doelstellingen. Een cruciaal probleem is dat vooral jonge starters terecht komen in ‘goede buren’-woningen, die vervolgens snel doorverhuizen. Dit ondermijnt het lange termijn doel van duurzame buurtverbinding.
  • Onderschatting van bestaand potentieel. Het beleid ziet over het hoofd dat er vaak al ‘goede buren’ in wijken aanwezig zijn, zonder dat zij hiervoor voorrang op een woning kregen.
  • Stigmatisering. Het beleid versterkt een problematische tweedeling tussen ‘dragende’ en ‘vragende’ bewoners, wat stigmatiserend kan werken en tegenstellingen in buurten kan versterken in plaats van overbruggen.
  • Gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing. Er is geen recent onderzoek gedaan naar de effecten van het plaatsen van ‘goede buren’ in bestaande flats. Het beleid wordt ten onrechte onderbouwd met onderzoek naar geheel andere situaties (tijdelijke en nieuwbouwprojecten waar alle bewoners nieuw zijn en bewust voor gemengd wonen kiezen).
  • Sociale grenzen zijn hardnekkig. Onderzoek toont aan dat mensen met verschillende achtergronden niet automatisch contact maken als je ze naast elkaar plaatst. Er is professionele ondersteuning nodig voor community building, maar daar is geen budget voor.
  • Beperkte keuzevrijheid door woningnood. Het onderzoek toont aan dat woningzoekenden vanwege de acute woningnood wellicht geen werkelijke keuze hebben. Ze kunnen reageren op de ‘goede buren’-woningen, omdat ze het zien als een schaarse kans op een woning, in plaats van een weloverwogen keuze voor extra buurtbetrokkenheid. Dit ondermijnt de vrijwillige basis die cruciaal is voor het succes van dergelijke initiatieven.
  • Risico op discriminatie en ongelijke behandeling. Het College voor de Rechten van de Mens waarschuwt dat selectiecriteria die neutraal lijken in de praktijk tot discriminatie kunnen leiden. Daarom is transparantie over het selectiebeleid essentieel. Die selectiecriteria van ‘goede buren’ zijn op dit moment niet openbaar.
  • Juridische onduidelijkheid. Gemeente Utrecht zoekt creatieve juridische routes via ‘woongroep’-regelgeving, maar de Woonbond betwijfelt of dit standhoudt bij een rechtszaak.
  • Onbegrensd verwachtingspatroon. Ondanks dat de gemeente spreekt over “basale burgerschapsvaardigheden” als het gaat om verwachtingen van ‘goede buren’, bereiden corporaties ‘goede buren’ voor op complexe situaties zoals psychotische buren. Dit wijst op onduidelijke en mogelijk te hoge verwachtingen.
  • Overvraagde vrijwilligers. Expert Fica Djohani waarschuwt voor mogelijke overbelasting van ‘goede buren’: Vrijwilligers haken door overbelasting op een gegeven moment af, dus hebben dan niet meer de ruimte en energie om nog iets te betekenen.
  • Symptoombestrijding in plaats van echte oplossingen. De Woonbond stelt dat het beleid de werkelijke problemen niet aanpakt: De gemeente merkt dat ze niet de mogelijkheden heeft om woonproblemen op te lossen en verzandt dan in kleine deeloplossingen.
  • Gebrek aan professionele ondersteuning. Onderzoeker Jeroen van der Velden (Platform 31) benadrukt dat ‘goede buren’ geen vervanging kunnen zijn voor professionele zorg: Sociale problematiek oplossen moet een professional doen. Er is momenteel echter geen structurele professionele ondersteuning voorzien.
Beeld: Alexander Beunder

Aanbevelingen

Op basis van experts en critici die in onze verhalen aan het woord komen.

  • Focus op bestaande krachten. Investeer in het ondersteunen van al aanwezige talenten en initiatieven in wijken, in plaats van het ‘importeren’ van ‘goede buren’ van buitenaf.
  • Denk aan de lange termijn sociale binding. Laat het beleid dienend zijn voor de sociale cohesie van de zittende bewoners.
  • Evaluatie en onderzoek. Voer grondig onderzoek uit naar de werkelijke effecten van het beleid voordat het structureel wordt ingevoerd. De huidige onderbouwing is ontoereikend.
  • Transparantie en gelijke kansen waarborgen. Ontwikkel objectieve, transparante selectiecriteria die het risico op discriminatie minimaliseren. Overweeg of extra voorwaarden ethisch te rechtvaardigen zijn in tijden van acute woningnood.
  • Investeer in structurele oplossingen. Focus op structurele maatregelen zoals uitbreiding van sociale woningbouw en armoedebestrijding.
  • Investeer in community building. Als het beleid wordt voortgezet, zorg dan voor budget en professionele begeleiding voor community building, aangezien sociale verbinding niet vanzelf gebeurt.
  • Professionele ondersteuning waarborgen. Als het beleid wordt voortgezet, investeer dan in adequate professionele begeleiding voor zowel ‘goede buren’ als kwetsbare bewoners.
  • Realistische verwachtingen stellen. Definieer duidelijk en realistisch wat van ‘goede buren’ wordt verwacht en voorkom overbelasting van vrijwilligers.

Deze lijst aanbevelingen is ook als pdf te downloaden. Vragen of ideeën over deze lijst? Contact: jeske@momusmedia.nl of merel@momusmedia.nl.